Auditieprocedure
Kinderen doen auditie als ze in groep 6 van het basisonderwijs zitten. De eerste klas van de opleiding van de Nationale Balletacademie loopt parallel aan groep 7 van het basisonderwijs. Jongere kinderen kunnen zich voorbereiden via de de pre-NBA cursus van de Nationale Balletacademie, maar ze kunnen nog geen auditie doen voor de opleiding.
De audities
Tijdens de audities worden kinderen gescreend op hun fysieke geschiktheid voor het dansvak, en op hun artistieke en muzikale vermogens. Tijdens de eerste auditie wordt onder andere gekeken naar de lenigheid van de kinderen, de vorm van de voet en de flexibiliteit in het heupgewricht.
Tijdens deze eerste auditieronde mag een ouder of een dansdocent toekijken, daarna niet meer. De eerste auditie wordt afgenomen door de coördinator van de vooropleiding en een van de dansdocenten. De tweede selectie wordt afgenomen door de coördinator en andere balletdocenten van de vooropleiding.
Auditiecursus
De kinderen die na de tweede selectie overblijven worden uitgenodigd om mee te doen aan de auditiecursus van de Nationale Balletacademie. Tijdens deze korte auditiecursus krijgen de kinderen op woensdag en zaterdag balletles, en één of twee andere dansvakken zoals ze die ook zullen krijgen in het eerste jaar van de vooropleiding. Het doel van deze cursus is tweeledig. Enerzijds krijgen de kinderen de kans om al een keer écht te ondergaan wat er straks allemaal van ze verwacht gaat worden; anderzijds kunnen de docenten zich al een beeld vormen van hoe de kinderen omgaan met correcties en feedback, het dansmateriaal, de professionele mentaliteit aan de opleiding en met elkaar. Bovendien worden de kinderen tijdens de cursus onderzocht door een fysiotherapeut. De auditiecursus vindt plaats in de studio’s van de nationale Balletacademie aan de Agamemnonstraat in Amsterdam Zuid.
Slotauditie
Na de auditiecursus worden de kinderen nog één keer beoordeeld tijdens de slotauditie. Bij deze auditie zijn een groot aantal van de dansdocenten van de Nationale Balletacademie aanwezig. Nu de kinderen elkaar en de docenten wat beter kennen en vertrouwd zijn met het lesmateriaal kunnen dansgevoel, presentatie en muzikaliteit beter worden beoordeeld. In het eindoordeel worden ook de leerprestaties van de kinderen meegewogen (doorstroom naar HAVO of VWO moet realistisch zijn) alsmede het rapport van de fysiotherapeut. Als alle criteria worden gehaald wordt het kind in principe toegelaten tot de opleiding. De laatste schakel in het hele proces is dan nog de algehele medische keuring waaruit moet blijken dat het kind in alle opzichten gezond is.
Uiteindelijk mogen twintig jonge dansertjes aan het eerste jaar van de vooropleiding beginnen.