Leerlingen Nationale Balletacademie in Het Zwanenmeer

‘Je wilt altijd nóg beter zijn dan je bent’


Rudi van Dantzig vond het essentieel dat in de eerste akte van Het Zwanenmeer, tijdens het feest met de boerenbevolking, ook kinderen meedansen. Sinds de première in 1988 hebben dan ook al heel wat jonge dansertjes de – voor hun leeftijd veeleisende – rol van boerenkind op zich genomen. Voor het Zwanenmeer-programmaboek spraken we met acht leerlingen van de Nationale Balletacademie, die deel uitmaken van de jongste lichting. “Welke danser van Het Nationale Ballet mij straks optilt? Dat maakt mij écht niet uit. Als hij me maar niet laat vallen.”

De coronapandemie heeft, zeggen ze, hun kansen om met Het Nationale Ballet op te treden amper geschaad. Julia Lemaitre (13), Juliet te Lintelo (12), Keira Wiss (13), Ichiro Yanagi (14), Dirk Hoogenbosch (14), Chris Ligthart (14), Luc Smith (13) en Jacob Wysny (13) hebben allen meegedanst in Notenkraker & Muizenkoning. De vier meisjes waren bovendien te zien in Raymonda, en Julia en Juliet hebben daarnaast – nog als leerlingen van de pre-NBA – ook in Giselle opgetreden.

Juliet: “Het is superleuk om op het toneel te staan, om de kans te hebben om jezelf aan een publiek te laten zien.” Keira: “Wat ik vooral fijn vind, is dat je in de huid van een ander personage kunt kruipen en helemaal in je rol kunt opgaan.” Ichiro: “En je draagt daarbij dan ook nog eens prachtige kostuums, met bijbehorende make-up. In Raymonda was ik een bloemenmeisje en had ik echt een supermooie roze jurk.”

Mis gaat het ook wel eens, vertellen ze gniffelend. Juliet: “In Giselle kiepte de kar waarop ik als boerenkind moest worden getild bijna om.” Julia: “Ik was in datzelfde ballet een jonge freule. Mij was gezegd dat ik bij mijn opkomst dicht achter de dansers voor mij moest blijven, maar toen stapte ik per ongeluk op de sleep van een van hun jurken en siste een danseres: ‘Je moet meer afstand houden’.”

 

Tweede huis

Ook de jongens hebben behalve in Notenkraker & Muizenkoning allemaal op zijn minst in nog één andere productie opgetreden: in Frida, Prometheus, de Coppelia-film of, bij De Nationale Opera, in II barbiere di Siviglia. Jacob: “Misschien hebben we door corona ergens wel een kans gemist, maar we hebben alsnog veel mogen doen.” Dirk: “Ik vind vooral de repetities met de dansers van Het Nationale Ballet erg leuk. Het is zo gaaf om al die volwassen dansers aan het werk te zien.” Chris: “Het is ook heel bijzonder om de opbouw van een voorstelling van dichtbij te mogen meemaken. Eerst de repetities in de studio, en hoe dan uiteindelijk alles samenkomt op het toneel.” Jacob: “Als ik in Nationale Opera & Ballet ben, voel ik echt: dít is wat ik wil. Ik voel me er zó thuis.”

Voor Luc heeft de coronapandemie zelfs een extra kans opgeleverd: “De eerste keer dat ik met Notenkraker & Muizenkoning mee zou doen, was ik gecast als een van de kinderen op het feest. Maar door de lockdown moest de productie een jaar worden uitgesteld, en die tweede keer mocht ik de rol van Frits dansen, het broertje van Clara. Ook toen hebben we, vanwege nieuwe coronamaatregelen, geen hele serie kunnen spelen, maar ik heb wel nog twee live-voorstellingen en één livestream mogen doen.”

 

Auditie

De vier jongens – voor wie anders dan voor de meisjes geen rol in Raymonda was weggelegd – vinden het dan ook geweldig dat ze straks ‘eindelijk weer’ een hele serie voorstellingen voor een volle zaal mogen spelen. Luc: “Wij hoorden al snel na de zomervakantie dat we Zwanenmeer mochten doen.’ Jacob: “Alleen wisten we toen nog niet dat álle jongens in onze klas, NBA 4, verdeeld over drie casts, zouden worden uitgekozen.” Keira, die net als de andere drie meisjes in NBA 3 zit: “Tegen ons was eerst gezegd dat de meisjes uit NBA 4 het gingen doen, dus voor ons was het een waanzinnige verrassing dat we opeens toch auditie mochten doen.”

Kort voor de herfstvakantie kwam daarvoor Judy Maelor Thomas, balletmeester van Het Nationale Ballet, naar de Agamemnonstraat in Amsterdam-Zuid, waar de lessen van NBA 1 tot en met 4 plaatsvinden. Julia: “Dat was best wel heel eng.” Juliet: “Ze gaf tijdens de auditie ook regelmatig correcties.” Ichiro: “En het vervelende is: het lukt niet altijd om te laten zien wat je wilt laten zien. Je wilt altijd nóg beter zijn dan je bent.” Chris, nuchter: “Audities zijn sowieso stressvol.” Jacob: “Als ik onzeker ben, zie je dat aan mijn lichaamstaal. Dus wanneer ik weet dat iets belangrijk is, zet ik bewust de knop om en ga er gewoon voor. Dan gaat alles opeens vanzelf, en lukt het zelfs ook nog om mijn passen met dansgevoel te doen.” Keira: “Wat wel een beetje irritant was, was dat de auditie op donderdag was en we pas op maandag de uitslag kregen. Dan ben je dus het hele weekend supergespannen.”

 

Dansen én acteren

Ichiro, die drie jaar terug van Japan naar Nederland verhuisde, heeft Het Zwanenmeer een keer in haar geboorteland gezien, en Julia zag het ballet toen ze op bezoek was bij haar oma in Rusland. Alleen Juliet en Dirk – die ook al eens een versie in Italië zag – hebben de productie van Het Nationale Ballet, in de choreografie van Rudi van Dantzig, ooit, op heel jonge leeftijd live gezien. Dirk: “Wat ik me vooral herinner is dat het decor heel mooi was.” Juliet: “Eigenlijk weet ik alleen nog dat de voorstelling héél lang duurde.”

Dat hun rol in Van Dantzigs productie zo groot is – ze doen bijna de hele eerste akte mee – vinden ze tegelijkertijd ‘supercool en doodeng’. Julia: “In eerdere producties ging het vooral om rondhuppelen en acteren.” Juliet: “Nu hebben we echt een grote dansrol.” Keira: “En we moeten passen doen die we in onze lessen in NBA 3 nog niet eerder hebben gehad.” Luc: “Het instuderen van de choreografie duurde daarom ook best lang. Pas twee weken geleden hebben we de laatste passen aangeleerd.” Julia: “Je moet de volgorde van al die passen onthouden, en tegelijkertijd ook acteren.”

Ook dat laatste is een grote uitdaging, zeggen ze. Chris: “Je moet vaak op een volwassen danser reageren, maar tijdens de repetities op school is die er natuurlijk niet bij.” Dirk: “Dus dat is lastig, je hebt niemand om naar te kijken terwijl jij acteert.” Luc: “Soms speelt Dario (Dario Elia, de docent die het ballet met hen repeteert – red.) dan gelukkig wel even de rol van die volwassen danser.”

Dario vertelt hun ook regelmatig over hoe Rudi van Dantzig en ontwerper Toer van Schayk bepaalde scènes voor zich zagen. Zoals die waarin twee van de jongens achter op het toneel ruzie krijgen. Chris: “Ze hebben een discussie die eindigt in boosheid.” Luc: “Volgens Dario wilde Rudi dat we echt flink boos tegen elkaar doen.” Jacob: “Dario leert ons ook dat we steeds goed om ons heen moeten kijken. En flexibel moeten zijn. Als er iets anders loopt dan gepland, moeten we daarop kunnen inhaken.” Luc: “Hij weet ook precies op welke momenten we moeten oppassen om niet in de weg te lopen.”

 

Schouderlift

Wat het allemaal nog extra spannend maakt, is dat Het Zwanenmeer de eerste productie is waarin de kinderen ook echt in paren dansen. Ichiro: “Dat vond ik in het begin wel heel moeilijk. Ik heb nog nooit samen met een jongen gedanst.” Dirk: “Wij (de jongens – red.) zitten in NBA 4 en de meisjes in NBA 3, dus we hadden voor die tijd ook niet heel veel contact.” Julia: “Bij de eerste repetities waren we allemaal een beetje ‘shy’.” Chris: “Maar inmiddels voelt het niet meer ongemakkelijk.”

Waar een aantal van hen zich nog wel zorgen over maakt, is dat ze in de productie alle acht ook door een mannelijke danser van Het Nationale Ballet op zijn schouder worden gelift. Julia: “Dat moet ook allemaal heel snel.” Juliet: “Maar het mag niet gehaast of raar overkomen.” Chris: “We zijn in de repetities allemaal al een keertje door Dario opgetild. Dan heb je het even niet door en staat hij opeens achter je.” Keira: “Je moet, om niet te vallen, met je lijf een beetje naar voren leunen, maar het moet er toch uitzien alsof je rechtop zit.” Luc: “En bij het neerkomen moet je dan juist weer niet naar voren leunen.” Jakob: “Want dan val je voorover en kun je jezelf niet meer controleren.” Chris: “En dan moet je tijdens de lift ook nog uitkijken dat je de danser niet schopt, door je benen te veel naar achteren te brengen.”

Bij de vraag door wélke mannelijke danser ze straks het liefst opgetild willen worden, reageren de meisjes volkomen blanco. Juliet: “Onze idolen zijn natuurlijk toch de danseressen.” Julia: “Wat zij kunnen moeten wij later ook kunnen.” Juliet: “Mijn grote voorbeeld is Olga Smirnova.” Julia en Ichiro roepen in koor: “Riho Sakamoto!”, en Keira kan eigenlijk niet kiezen tussen Maia Makhateli en Floor Eimers.

Jacobs helden zijn Constantine Allen en Jakob Feyferlik, terwijl de andere drie jongens niet echt een voorkeur hebben. Chris: “Ik let altijd meer op het geheel.” Luc: “Bij het corps de ballet vind ik de een wel beter dan de ander, maar de solisten zijn allemaal geweldig.”

Dus wie hen dan straks moet liften? Chris: “Iemand die het goed kan.” Luc: “Bij Notenkraker was er een danser die absoluut niet goed kon liften, dus ik hoop vooral op een sterk iemand.” Juliet: “Het maakt mij écht niet uit wie, als ik maar niet val.” Jacob: “Want in dat geval sta je zelf toch het meest voor schut.”

Astrid van Leeuwen

 

Delen