Sarah Steeman

Al van jongs af aan ben ik gegrepen door de magie van het theater. Via een omzwerving van op het toneel, naar zelf maken naar achter de schermen ben ik erachter gekomen dat mijn kwaliteiten liggen in het organiseren. In de afgelopen vier jaar heb ik die kwaliteiten verder kunnen ontwikkelen en nieuwe kunnen ontdekken. Ik ben graag betrokken bij het artistieke proces van een productie. Ik vind dat ik als productieleider dan echt een toegevoegde waarde kan zijn omdat je dan weet wat de voorstelling nodig heeft. Als productieleider wil ik graag de omstandigheden creëren waarin iedereen van het team zich prettig voelt en het uiterste uit zichzelf kan halen. Als dat lukt is dat altijd weer terug te zien in de voorstelling, waar het altijd om draait.

Op Hoop van Zegen, de ondergang van de Koersk

Deze afstudeerproductie was een samenwerking met vier afstudeerders binnen de Theaterschool; Jan Hulst (Regie), Femke Diemer (Techniek & Theater, geluid) en Bart van den Heuvel (Techniek & Theater, Lichtontwerp). Jan Hulst had ervoor gekozen om het klassieke stuk van Herman Heijermans te combineren met de 'Koerskmonologen' van Gustav Ernst, Hans Lebouille en Caroline Ligthart, over het zinken van de Russische onderzeeër de Koersk in 2000. Hij had de stukken bewerkt met Kasper Tarenskeen die ook muziek voor deze productie heeft gecomponeerd. Het decor bestond uit een zandbak van 8 bij 10 met een truss contructie van dezelfde afmetingen met daarin een zeer uitgebreid lichtplan van Bart van den Heuvel. Deze facetten maar ook de band en een vuurcirkel dat in het zand was verwerkt, zorgden voor productionele uitdagingen die uiteindelijk allemaal zijn gerealiseerd. Als deze dingen zijn bij elkaar gekomen in een mooie voorstelling.

De samenwerking in het creatieve team, dat op Kasper Tarenskeen na uit studenten bestond, was erg goed. Iedereen kon excelleren op zijn of haar vakgebied maar hield altijd het eindresultaat voor ogen. Ook de rest van het team (de acteurs, muzikanten, assistenten) hebben zich uiterst ingezet voor de productie.

Scriptie: Private financiering voor jonge makers
Tijdens de vier jaar van mijn opleiding zijn de bezuinigingen op cultuur aangekondigd en uitgevoerd en de gevolgen worden nu zichtbaar. Vooral de generatie jonge makers werd getroffen door het nieuwe beleid. Maar juist jonge makers zorgen voor vernieuwing en een pluriform landschap. Zij zijn de toekomst van het culturele veld en moeten de tijd en ruimte krijgen om zich te kunnen ontwikkelen. Daarom wilde ik onderzoeken welke kansen er in deze tijd zijn voor jonge makers om aan financiering te komen. Eerst heb ik gekeken naar de ontwikkeling en mogelijkheden van subsidies van de Rijksoverheid. Vervolgens heb ik de mogelijkheden voor private financiering onderzocht. In mijn onderzoeksvraag komen beide kanten samen: ‘In hoeverre kan een jonge maker (financieel) onafhankelijk van publieke middelen opereren?’

Voor de private financiering heb ik de filantropie als uitgangspunt genomen. Ik ben van mening dat de filantropie  -vooral filantropische inkomsten- een toevoeging kan zijn voor de culturele sector. Aan de hand van inkomstenbronnen als fondsen, huishoudens, bedrijven, loterijen en legaten onderzoek ik de mogelijkheden voor jonge makers. 

Private financiering, zeker voor jonge makers, staat nog in de kinderschoenen. Het onderzoek is niet gebaseerd op ‘best practices’, omdat deze er nog niet of nauwelijks zijn, maar gebaseerd op literatuur en op interviews. Hieruit blijkt dat er wel degelijk kansen zijn, het zal alleen tijd en energie kosten voordat de private bronnen een substantiële bijdragen leveren. De hele instelling moet zich gaan richten op het werven van private inkomsten: van de makers zelf tot aan het bestuur. Het gaat om een cultuuromslag: naar een ‘culture of asking’. Gevers moeten de noodzaak inzien en gewend raken aan de ‘culture of giving’. Dat zal niet van de ene op de andere dag gebeuren, maar uiteindelijk zal de maker er profijt van hebben wanneer hij gelijkgestemden weet te vinden.

Ik maak me wel zorgen over de stap tussen het afronden van een kunstvakopleiding en beginnen in het werkveld. Daar heeft de jonge maker steun bij nodig die voorheen de productiehuizen boden. De overheid zou daarin meer kunnen en moeten betekenen.

Voor de jonge maker die gebruik wil maken van private financiering staan er handige tips in mijn scriptie.

Overige projecten

'MSDOS/ Prometheus geketend' van Urland/ Productiehuis Rotterdam - Productieleiding

'Peggy Pickit ziet het gezicht van God' van Hilde Tuinstra, Theaterschool Amsterdam - Productie

'Private financiering voor jonge makers' - Bachelorscriptie

Stage

Via Rudolphi

'The Best of ITs on Tour', Rudolphi Producties - Tourbegeleiding

'I.N.D.O.', Volksoperahuis - Productieassistent

'Oxytocine', Rudolphi Productiehuis - Productieassistent

'Addio alla fine' (Holland Festival), Emio Greco I PC - Productieassistent