De PRI&E wordt ingevuld door de verantwoordelijke student of productieleider, samen of in overleg met 1e man of technische begeleider.

Met behulp van dit formulier kunnen alle risico's al op voorhand ingevuld worden door alle vragen met 'ja' of 'nee' te beantwoorden. Heb je 'ja' ingevuld, dan dien je in de tekstvakken de vragen zo helder mogelijk te beantwoorden. Maak zaken daarbij concreet, bijvoorbeeld: "Een tafel van 1 bij 1,5 meter met een hoogte van 70 cm".

Wanneer je klaar bent met invullen, kan je het formulier opslaan. De link die je dan per email krijgt kan je met je begeleider delen. Is je begeleider ook tevreden, dan kan je het formulier verzenden.

Aan het eind van het formulier kan je de gegevens van alle betrokkenen invullen die moeten goedkeuren.

De goedkeurders verklaren op de hoogte te zijn van de risico’s en beloven de afgesproken maatregelen na te komen.

De goedkeurders zijn:

•  jij als verantwoordelijke student of productieleider;
•  de ATT (bij voorkeur de begeleider van het project);
•  eventueel de artistiek leider, als er sprake is van een verhoogd risico;
•  eventueel degenen die aan een gevaarlijke situatie worden blootgesteld;
•  eventueel de facilitaire dienst.

Na verzending wordt een verkorte versie van het formulier per mail èn via Teams naar alle mensen die je opgegeven hebt verstuurd. Zij kunnen deze dan goedkeuren. De verkorte versie betreft alleen de vragen waarop je 'ja' ingevuld hebt.

Zodra al deze personen hebben goedgekeurd, wordt het formulier:

•  naar alle ondertekenaars gemaild;
•  toegevoegd aan een speciaal kanaal in 'Teams/ATD projecten' waar het voor iedereen in dat team doorzoekbaar is;
•  gemaild naar ATT, receptie en de opleiding;
•  als pdf naar alle andere in het formulier ingevulde emailadressen gemaild.

Dit is allemaal geautomatiseerd en hier hoef je niets voor te doen.

Succes!

1. Heb je een plan voor een productie? Ga meteen met de ATT in overleg over mogelijke risico’s.
2. Vul de PRI&E zo spoedig mogelijk in en zorg dat deze al vóór de repetities of bouw besproken is met je begeleider of iemand van de ATT. Aanpassen gedurende het proces kan altijd nog.
3. Beschrijf duidelijk hoe je de risico’s zo klein mogelijk maakt.
4. Mocht je bij een punt veel tekst hebben, kan je deze altijd op pagina 11 als een pdf toevoegen. Verwijs daar dan naar in het betreffende tekstvak.
5. Je kan tussendoor opslaan zodat je makkelijk een volgende keer verder kan waar je gebleven bent. Ook kan je dan nog zaken aanpassen wanneer ze veranderd zijn.
6. Verzend het formulier pas wanneer je alle zaken met je begeleider hebt besproken. Het formulier kan daarna namelijk niet meer worden aangepast.
7.  De PRI&E dient vóór de eerste voorstelling door iedereen goedgekeurd te zijn. Pas na de laatste goedkeuring verschijnt de PRI&E in 'Teams/ATD projecten'. Daar kunnen zowel productie, ATT als de receptie deze terugvinden.
8. Een goedgekeurde PRI&E is een vereiste voor de doorgang van de voorstelling.
9. Wanneer er risicovol gedrag wordt geconstateerd die niet in de PRI&E staat, kan de voorstelling worden stilgelegd, dan wel geannuleerd.
10. Een PRI&E is geen garantie voor veilig gedrag, het is slechts een schriftelijke weerslag van de genomen maatregelen en afspraken om risico's tot een aanvaardbaar niveau terug te brengen. Denk altijd na over de dingen die je doet. Neem bij twijfel contact op met de ATT.

Pag 1: Introductie en spelregels
Pag 2: Projectinfo
Pag 3: Periode
Pag 4: Algemeen
Pag 5: Cast en crew
Pag 6: Decor
Pag 7: Rekwisieten
Pag 8: Licht, geluid en video
Pag 9: Overige risico's
Pag 10: Anders
Pag 11: Foto's en tekeningen toevoegen
Pag 12: Goedkeuring

Zorg altijd dat publiek en medewerkers makkelijk naar buiten kunnen. Denk aan de kortste afstand en kijk ook eens in het donker of de weg duidelijk is. Haal blokkerende materialen weg, zorg voor goede bewegwijzering, iemand die bij een eventuele ontruiming kan helpen.

Hou er rekening mee dat publiek altijd zal vluchten via de route waarmee ze binnenkwamen.

Juist in het donker moet duidelijk zijn waar je bij een calamiteit heen kan om te vluchten.

Het gaat niet alleen om ontruiming, maar ook om iemand die plots de zaal uit wil. Zijn loopwegen goed aangegeven? Gebruik desnoods witte tape om routes te markeren. Zorg dat de zaalwacht dicht bij de deur zit zodat die iemand kan helpen en de weg kan wijzen.

Aandachtspunten: Tredeverlichting. Begaanbaarheid. Vluchtroutes. Let er op dat doorgangen niet geblokkeerd zijn. Denk aan losse stoelen en andere losse elementen. Indien mogelijk dienen de stoelen ingehaakt te zijn (lees meer).

Je kan bij deze vraag een tekening uploaden met de gewenste opstelling.

Alleen bij hoge uitzondering en wanneer je extra maatregelen treft is dit toegestaan. Afhankelijk van de omstandigheden en bijvoorbeeld andere mensen in het pand (dit i.v.m. vluchtstromen bij een ontruiming).

Alleen in overleg met en na expliciete toestemming van iemand van de receptie!

Voor dieren gelden strenge regels. Ze moeten goed getraind zijn en gewend aan deze situatie om toegestaan te worden. Veel voorkomend probleem bij de dieren is stress. Zie ook Staatblad nr 328 (circussen).

Indien je met dieren wil werken, moet je altijd in overleg met Niki Lemmens, Facilitair Manager van de ATD!

Echte sigaretten zijn niet toegestaan, alleen kruidensigaretten. Deze zijn te koop bij Esch Tobacco & Souvenirs, Jodenbreestraat 18. Dit is recht tegenover de school.

Let op open vuur bij aansteken en hoe de brandende sigaret weer gedoofd wordt. Het brandalarm kan in werking gezet worden, laat deze dus in renovatie stand zetten bij de receptie. Zie ook vraag 19 - Wordt er gebruik gemaakt van open vuur?

Denk hierbij aan voedselveiligheid, allergie, alcohol, kruiden of diëten.

Indien ook het publiek tijdens de voorstelling te eten of te drinken krijgt, denk dan aan voedselwarenwet.

De publieksbar buiten de voorstellingslocatie is voor de PRI&E niet relevant. Deze valt onder de algemene Risico Inventarisatie & Evaluatie van het hele gebouw.

Denk hierbij aan het gebruik van bedorven voedsel, bloed, uitwerpselen, piercings, tatoeëren, mutileren, etc.

Raadpleeg de juiste bronnen voor maximale veiligheid. Zorg minimaal dat het altijd veilig is voor publiek. Waarschuw indien nodig in de aankondiging of bij de zaal voor schokkende beelden.

Denk hierbij aan geweld, (half)naakt, seksuele handelingen of nabootsing van verkrachting of zelfdoding.

Je zou contact kunnen zoeken met een intimiteitscoach, of een andere onafhankelijk vertrouwenspersoon. Hiermee wordt gewaarborgd wordt dat niemand iets doet waar diegene zich niet prettig bij voelt. Ook niet als gevolg van groepsdruk.

Waarschuw in sommige gevallen het publiek van tevoren wat ze kunnen verwachten.

Denk hierbij onder andere aan maximale hijslast, overspanning, vloerbelasting, stabiliteit en veilig werken. Volgens de Arbo mag je niet meer dan 25kg tillen. Kan je decor met wielen verplaatsen of de palletwagen?

Beschrijf welke hulp je krijgt van het decoratelier en/of ATT.

Maatregelen gelden voor zowel tijdens de voorstelling als ook voor bouw en breek. Voeg eventuele constructieberekeningen toe (zie vraag 12).

Is het vallen geautomatiseerd of handmatig? Zijn de posities en momenten waar dingen vallen duidelijk afgesproken? Zijn deze posities goed zichtbaar voor de bediener? Is het valsysteem beveiligd tegen ongecontroleerd vallen? Kan het vallende voorwerp kapot? Kan het voorwerp de vloer beschadigen? Hoe zwaar is het vallende voorwerp?

Zorg altijd voor voldoende repetities in werklicht, zorg voor duidelijk overzicht, splits taken.

Denk aan hout, doek, papier of plastic.

Zie ook vraag 21 en 22 over brandbare stoffen en poeders.

Dit kan alleen worden toegestaan wanneer het risico van vlamvatten nul is. Dus geen open vuur, lampen of warmtebronnen in de directe omgeving.

Indien de materialen niet geïmpregneerd zijn, kan je dit alsnog doen. Vraag hierover meer informatie bij het decoratelier. Test ook ná impregneren de brandvertraging. Hou warmtebronnen of open vuur sowieso ook dan op afstand van deze materialen.

Let hierbij onder andere op beknelling, omvallen of schade.

Repeteer eerst in werklicht. Hou altijd voldoende zicht op de bewegende delen, zet eventueel extra ogen neer op plekken met meer risico. In basis mogen acteurs, spelers, dansers en technici nooit dicht bij de bewegende delen komen.

LET OP: De hijsinstallaties en takels in THZA, DATH en ID-lab mogen niet tijdens een voorstelling gebruikt worden!

Maatregelen gelden voor zowel tijdens de voorstelling als bij de bouw en breek.

Beschrijf bij specialistische hijssituaties hoe dit gedaan wordt en door wie. Voeg indien nodig sterkteberekeningen en een beschrijving van de gebruikte hijsmaterialen toe.

Ga altijd in overleg met de ATT, zij kunnen desgewenst een rigger inschakelen.

Ga nooit zomaar zelf aan de slag!

Er zijn belangrijke maatregelen tijdens de voorstelling, bouw en breek maar ook voor de opslag in zakken.

Zand en andere aarde gaat in alle hoeken en gaten zitten. Hou er rekening mee dat dit niet overal kan en dat dit veel opruimwerk kost. Tuinaarde moet ook los van afval afgevoerd worden.

Tijdens de zaal- en studioperiode dient het gras, stro of hooi nat gehouden te worden en weggehouden van hittebronnen. Geen open vuur!

Bij opslag kan hooibroei ontstaan. Meer info over hooibroei vind je hier

Voor zalen:

Het gaat bijvoorbeeld om een hoge tribune, steiger of decor waarbij je moet klimmen om op hoogte te kunnen komen. Denk aan schriklatjes. hekjes of valbeveiliging.

In de zalen gebeurt werken in de hoogwerker of in de bruggen alleen onder toezicht van de ATT. Bruggen in de THZA alleen belopen indien voldoende werklicht en wanneer er geen mensen onder lopen.

Voor studio’s:

Het gaat bijvoorbeeld om een hoge tribune, steiger of decor waarbij je moet klimmen om op hoogte te kunnen komen. Denk aan schriklatjes. hekjes of valbeveiliging.

Werk op een ladder of steiger altijd minimaal met 2 personen. Steigers dienen altijd van hekken te zijn voorzien. Klim aan de binnenkant via het luik, en trek jezelf niet voort als je in de steiger staat.

Voor externe locaties:

Het gaat bijvoorbeeld om een hoge tribune, steiger of decor waarbij je moet klimmen om op hoogte te kunnen komen. Denk aan schriklatjes. hekjes of valbeveiliging.

Op een externe locatie is het soms lastiger om bij licht- of geluidsposities te komen. Huur of leen in dat geval een gekeurde ladder of steiger.

Werk op een ladder of steiger altijd minimaal met 2 personen. Steigers dienen altijd van hekken te zijn voorzien. Klim aan de binnenkant via het luik, en trek jezelf niet voort als je in de steiger staat.

Met hoogte wordt bedoeld: alles wat niet op vloerniveau is, dus ook als je op een stoel of tafel gaat staan. Een verhoogde tribune valt daar alleen onder wanneer er dichter dan 1 meter van de rand af gewerkt of gespeeld wordt.

Het voornaamste risico is valgevaar.

Je kunt dit valgevaar verkleinen door het gebruik van witte of lichtgevende tape aan de randen, licht of het plaatsen van stootranden, hek of staalkabel.

Zorg voor voldoende repetities en begin daarmee in werklicht. Het belangrijkst is dat de acteur, danser, speler of technicus zich er veilig bij voelt. Spreek een teken af wanneer die persoon zich niet veilig voelt, zodat je kan stoppen of hulp bieden. Wees alert op overmoedigheid.

Hoe wordt de plek bereikt? Wordt er geklommen? Is er verhoogd risico omdat er binnen 1 meter van de rand gespeeld wordt?

Zoek bij twijfel hulp bij de ATT of het decoratelier.

De ladders, hoogwerkers en rolsteigers van de ATD mogen niet tijdens de voorstellingen gebruikt worden. Dit zijn gereedschappen die zorgvuldig gebruik eisen en worden daarom jaarlijks gekeurd.

Hiermee wordt bedoeld dat een acteur, danser of speler aan een gezekerd touw hangt en daarmee als het ware door de ruimte vliegt dan wel omhoog of omlaag klimt.

Hiervoor zijn professionele materialen nodig - waaronder gordels en klimmateriaal - maar ook professionele expertise. Ga er vanuit dat er iemand ingehuurd moet worden om dit te begeleiden (en door de productie zelf betaald moet worden).

Dit kan alleen na overleg met de ATT!

Denk er ook aan dat dit extra repetitietijd kost om de veiligheid tijdens de voorstelling te kunnen garanderen.

Denk aan glas (spiegels), messen, schaar, etc.

Denk aan alles waar je je tijdens bouw, breek en voorstellingen aan kunt verwonden. Maak scherpe kanten zoveel als mogelijk bot, doe het ergens in, of gebruik het niet.

Glas is op het toneel niet toegestaan. Wanneer je het effect van brekend glas wil, gebruik dan suikerglas.

Let op blote voeten, afstand naar publiek, draag bescherming...

De meeste wapens zijn verboden, sommigen hebben een vergunning nodig (let er op dat dit tijd kost!).

Op zich is dit met een aantal goede afspraken in de PRI&E prima hanteerbaar. Zorg er altijd voor dat het wapen veilig opgeborgen is wanneer het niet gebruikt wordt (receptie heeft een kluis waar deze tussen repetities en voorstellingen veilig bewaard kunnen worden). Laat altijd bij de receptie weten dat je een wapen hebt, waar je ook speelt. Schiet bij voorkeur niet, maar als het moet schiet nooit met scherp maar met dummies. Ook met een startpistool of losse flodder kan je iemand verwonden. Gehoorschade is daarbij een risico. Spreek af dat er altijd 1 persoon verantwoordelijk is voor het wapen.

Neem altijd een expert in de arm.

Denk aan stroboscoop, extreem licht, donker, etc.

Waarschuw altijd vóór de voorstelling dat je een stroboscoop gebruikt (bordjes kan je lenen bij de Rental). Dit in verband met epilepsie of angsten.

Vergeet niet publieksbegeleiding extra te informeren zodat ze alert zijn op iemand die angstig of onwel wordt.

In flessen, bekers, emmers, zwembad, bakken of als regen.

Plak de vloer altijd af zodat het water nooit direct op het hout kan komen. Een houten vloer beschadigt snel wanneer er water op blijft liggen. Let dus goed op lekkage. Ruim gemorst water altijd direct weer op. Wees je er bewust van dat een kleine hoeveelheid vocht al kan zorgen voor veel schade. Denk ook aan vlekken van vloeistoffen op de gordijnen of de muren.

Denk er aan dat je grote hoeveelheden water niet alleen moet vullen, maar ook weer moet wegwerken (pompen). Dit kost extra tijd bij op- en afbouw.

Denk ook aan valgevaar, hygiëne, legionella, schoonmaak (droogmaken) en vloerbelasting.

Bij beoogd gebruik altijd eerst langs het decoratelier.

Deze stoffen zijn schadelijk voor materialen en het lichaam (huid, ogen, longen bij inademing, etc).

Alleen onder hele strikte voorwaarden mogen deze stoffen gebruikt worden. Neem in de ideeënfase al contact op met een medewerker van ATT zodat zij al tijdig met je mee kunnen denken (zie ook vraag 21 - Wordt er gebruik gemaakt van gevaarlijke stoffen?).

Zo ja, dan is er kans op elektrocutie door de geleiding van elektriciteit in water.

Zorg dat kabels en verbindingen op veilige afstand liggen, of hoog geplaatst worden. Dat geldt ook alle elektrische apparatuur. Hou ook rekening met eventuele lekkage.

Het gaat hierbij om schijnbaar ongevaarlijke stoffen als zout, meel, specerijen, poedersuiker, etc.

Bij gebruik ontstaat mogelijk irritatie aan de longen, de stof vreet zich door kieren en gaten, de airco raakt vervuild, er is grote kans op stofexplosie, het brandalarm kan in werking gezet worden, het kost veel schoonmaaktijd, etc.

Deze stoffen zijn uitdrukkelijk niet toegestaan binnen de ATD, ook niet in kleine hoeveelheden.

Zoek met het decoratelier en/of de ATT naar alternatieven.

Denk hierbij aan ontbrandingsmachines, zaagmachines, slijptol, boormachine of hogedrukspuit.

Binnen de ATD zijn machines zodanig aangepast dat veiligheid gewaarborgd is, maar sommige van deze en alle binnengebrachte apparaten hebben extra instructie en eventueel toezicht nodig.

Denk hierbij aan rookmachine, stroboscoop (zie vraag 18 - Wordt er gebruik gemaakt van lichteffecten?), ventilator, windmachine, sneeuwmachine, droogijsmachine.

Deze apparaten zijn bij 'normaal' gebruik veilig. Belangrijk hierbij is om te weten hoe je ze ook veilig kan gebruiken en hoe je deze effecten wil inzetten. Denk aan het in renovatie stand zetten van het brandalarm door receptie.

Droogijs bijvoorbeeld is gevaarlijk omdat het zuurstof uit de ruimte verdrijft, vooral laag bij de grond, en brandwonden kan veroorzaken.

Klein vuurwerk dat in een supermarkt te koop is (vaak gedurende het jaar) mag onder strikte voorwaarden gebruikt worden. Hou rekening met plotseling lawaai of vonken. Ondanks de term koudvuur kunnen sterren lelijke brandplekken en brand veroorzaken.

Groot vuurwerk is niet toegestaan.

Drones mogen onder bepaalde voorwaarden gebruikt worden. De bestuurder moet in het bezit zijn van een certificaat. Ze moeten ver genoeg wegblijven bij acteurs en publiek. Denk aan uitzwenken, onverwachte bewegingen van mensen, uitvallen van de drone of besturing daarvan, etc.