Artistiek onderzoek - Wat houdt dat in? Een gesprek met John Taukäve

John Taukäve at the IMO negotiations with fellow colleague John Kautoke
Onderzoek aan de Academie voor Theater en Dans, we weten dat het gebeurt, maar wat houdt het precies in? Dit is deel 27 van een serie interviews; een kijkje in de keuken. Een gesprek met John Taukäve, promovendus aan de UvA en het ATD Lectoraat, onder supervisie van de lector en Dr. Mikki Stelder (UvA).
Deel 27: Een strijdkreet uit de Stille Oceaan
Online is het nog te zien, hoe John Taukäve opstaat in een vergadering van Internationale Maritieme Organisatie (IMO) van de Verenigde Naties, en een strijdkreet ten gehore brengt. Een lied van zijn voorouders van het eiland Rotuma, 465 kilometer ten noorden van Fiji. In de Stille Oceaan.
John Taukäve: ‘Het was bij de Marine Environment Protection Committee (MEPC) van de IMO. Ik wilde de stem van de Pacific Islands laten klinken, onze plek opeisen en onze frustratie kenbaar maken. Het IMO staat bekend om zijn hiërarchische en koloniale processen. Net als bij andere kleine eilandstaten in ontwikkeling en de minst ontwikkelde landen werd onze inbreng telkens terzijde geschoven. En dat terwijl onze eilanden op dit moment al ernstig door de klimaatcrisis worden bedreigd. Het rijzende zeewater, de toename van cyclonen die hele huizen van de kaart vegen, het aangetaste koraalrif, de traditionele visvangst die door het opwarmen van de oceaan volledig in de war is gebracht.’

A Talanoa during IMO negotiations
Hoe kwam jij als kunstenaar op die plek terecht?
‘Ik maak sinds mijn vijftiende deel uit van Rako Pasefika, een performing arts-groep van Rotuma-dansers, -verhalenvertellers en -musici. Vijftien jaar trad ik op in alle hotels, conferentieoorden en nachtclubs, op alle bruiloften en festivals, op de Fiji-eilanden en daarbuiten. Zelfs op de COP (de UN Climate Change conferences). In 2018 kwam er voor mij een keerpunt. Wilde ik kunstenaar of entertainer zijn? Hoe oprecht was het eigenlijk om het Rotuma-volk te vertegenwoordigen, terwijl ik onze geschiedenis en cultuur nauwelijks kende? Ik wilde me verbinden met mijn wortels, mijn kennis verdiepen. Met een beurs van Nia Tero, een organisatie die zich inzet voor het promoten van inheemse stemmen wereldwijd, kon ik op Haïti een master volgen. Voor mijn onderzoek liet ik me inspireren door de Armea, een rood-zwart, honingetend vogeltje dat alleen op Rotuma voorkomt, als symbool voor de beweging die ik maakte, terug naar de bron.
Ik maakte een oceaanreis van drie dagen naar Rotuma. Zo ver ligt ons eiland van Fiji, als je niet het vliegtuig neemt. Ik sprak met de Ouderen en luisterde ik naar verhalenvertellers van ons eiland. Je moet weten dat Rotuma een rijke orale traditie heeft. Deze is heel performatief. De verhalen worden met onze culturele waarden, wijsheden en levenslessen van generatie op generatie doorgegeven. Ik gaf er een woord aan: storyliving. Dat werd de methodologie van mijn onderzoek.’
Storyliving?
‘In Oceanië léven we onze verhalen. Van de Ouderen leerde ik dat je bij het vertellen, de kennis die je overbrengt moet benaderen als een levende entiteit. Voel hem in je lichaam, beleef hem. Die kennis trekt verder, dringt door in het lichaam van de luisteraar en doet daar zijn werk. Op Rotuma luisterde ik naar de verhalen over de Armea, ik maakte ze me eigen, lééfde ze, door ze om te zetten in artistiek werk. Terug in Hawaï studeerde ik af met een scriptie én een in klein gezelschap vertoonde negendelige performance over de Armea - met dans, poëzie, spoken word en muziek.’
Kwam daar je optreden voor de IMO uit voort?
‘Dat was inderdaad de volgende stap – wat meteen de link is naar mijn promotieonderzoek hier in Amsterdam. Ik wilde kijken hoe ik artistiek onderzoek kon toepassen op het gebied van de diplomatie. Hoe ik met mijn storyliving impact kon maken in een wereld van onderhandelingen op internationaal niveau. Een wereld waar ik aanvankelijk een totale vreemde was. Ik wilde de stem van onze volkeren kracht bijzetten. Zo ontstond het plan voor mijn Ki, mijn chanr bij het MEPC van de IMO.
Klimaat staat bij de IMO hoog op de agenda, de CO2 uitstoot van de scheepvaart is ongeveer 3% van de wereldwijde CO2 uitstoot. Dat lijkt weinig, maar is nog steeds heel veel. In 2050 moet die uitstoot tot het nulpunt zijn teruggebracht. Het IMO staat een eerlijke en rechtvaardige transitie voor. Daar moeten we ontzettend waakzaam op zijn. Op dit moment hebben de kleinste vervuilers, zoals bijvoorbeeld de Fiji-eilanden, de grootste problemen door het veranderende klimaat. Ze worden disproportioneel belast. We hameren erop dat, in de verduurzaming van de scheepsvaart, ook de armere landen worden meegenomen. Het mag niet zo zijn dat de rijke landen straks groen varen, terwijl hun oude, vervuilende schepen nog steeds aan ontwikkelingslanden worden afgedankt. In de strijd voor een eerlijke en rechtvaardige transitie zijn binnen de IMO, naast de Fiji-eilanden, veel Afrikaanse landen en de Caraïben hard aan het vechten om gehoord te worden - en vaak gefrustreerd. Daarom bouwden we een relatie met hen op, die we koesteren, voornamelijk door naar ze uit te reiken met storyliving ceremony, zoals Talanoa.’

Picture credited to the World Youth for Climate Justice
Wat is dat?
‘Dat zal ik je uitleggen. Eerst vertel ik je graag nog dat ik in mijn onderzoek drie methodes van storyliving onderscheid. Storyliving performance, storyliving practice en storyliving ceremony. Hoe kunnen we deze drie inzetten om onze stem en aanwezigheid kracht bij te zetten op plekken als de IMO? De Talanoa die ik organiseerde hoort bij storyliving ceremony.
Talanoa is een traditioneel woord voor een inclusieve en transparante dialoog die de waarden van Oceanië weerspiegelt. In dit geval voerde ik een kavaceremonie uit. De wortel van de kavaplant wordt gemalen en gemengd met water, daarna gaat de kavadrank van hand tot hand. Gezeten op een geweven mat vormden we een cirkel voor een open dialoog. We deelden Talanoa over verschillende onderwerpen: scheepvaart, oceanen, klimaatverandering, maar ook over hoe het mer iedereen ging. Talanoa brengt wat menselijkheid terug voor de afgevaardigden die het onderhandelingsproces weer in moeten gaan. Iedere keer dat het MEPC nu samenkomt, delen we kava en nemen we deel aan Talanoa.
Mijn promotieonderzoek gaat enerzijds over hoe ik binnen de IMO mijn storyliving strategie verder uit kan bouwen. En anderzijds over het wereldkundig maken van wat Oceanië binnen de IMO doet. Hoe wij vechten voor een duurzame scheepvaart en de gezondheid van de oceanen. Het is belangrijk dat de bewoners van de Fiji-eilanden dat weten. Maar ook de mensen hier. Ik ga vaak naar conferenties en geef lezingen. Onlangs deed ik een kavaceremonie in samenhang met Talanoa, met Masterstudenten van de Universiteit van Amsterdam. Voor hen was het bijzonder om een manier van leren mee te maken, die hen vreemd, maar onze voorouders zo eigen is.
Kun je iets vertellen over wat de oceaan voor jou betekent?
‘Voor mij is de oceaan een plek van bezinning. Een groot deel van mijn artistiek onderzoek komt voort uit de oceaan. Onze kennis is als de oceaan, altijd stromend. Zo beweegt zij tussen de mensen en raken wij geïnspireerd.
Als ik aan de oceaan ben realiseer ik me hoe alles met alles verbonden is. In vroege westerse en wetenschappelijke werken over de Pacific worden onze eilanden beschreven als klein, geïsoleerd, kwetsbaar, afhankelijk, gescheiden van elkaar en ver weg van iedereen. Dat is hoe de Pacifics over zichzelf zijn gaan denken. Epeli-Hau’ofa (1939-2009), de grondlegger van de Pacific Island Studies, moedigde ons aan om ons denken te dekoloniseren. Hij zei: ‘De oceaan is wijds en uniek, het brengt alle eilanden samen. Kijk naar onze landen als grote oceaan-staten. Kijk naar de oceaan als een snelweg die onze voorouders duizenden jaren benutten om vrijuit te reizen. Kijk naar de oceaan als een plek van overvloed in plaats van extractie. Laat dat impact hebben op hoe wij onszelf zien.’
Vanuit deze gedachte ontwierpen ze op de Marschall Islands de Juren Ae, een vrachtschip dat voor 80 procent op windkracht en zonne-energie vaart. Het schip is een vertaling van de IMO-afspraken over CO2 reductie in de eigen regio. We keren terug naar de wind waar onze voorouders al duizenden jaren op zeilden. De Juren Ae is gebouwd volgens de filosofie van ‘Holomui Ki Mu’a’: loop achterwaarts de toekomst in.’
Tekst en interview: Hester van Hasselt

Juren Ae - picture credited to GIZ
