Associate Degree-studenten geïnspireerd door hitproductie LeineRoebana

Andrea Leine en Harijono Roebana in de beginjaren van hun carrière

Gepubliceerd op

Naast een groot aantal nieuwe creaties omvat de komende editie van Dansers van Morgen ook (een deel uit) een bestaand werk: If we could only even if we could. De productie bezorgde choreografenduo Andrea Leine en Harijono Roebana ruim 25 jaar geleden internationale faam. De AD-studenten studeerden de choreografie de afgelopen maanden – deels live, maar vaak ook via zoom – in met docent moderne dans Lia Witjes Poole én choreografe Andrea Leine. Aanvankelijk niet met het doel deze tijdens Dansers van Morgen uit te voeren, maar, zegt artistiek leider Ernst Meisner: “Ze vonden het zó bijzonder, zó inspirerend, dat ze unaniem dit werk hebben gekozen voor de eindvoorstelling.”

Eerst even terug in de tijd
“Een van de mooiste ontdekkingen van het jaar”, kopt een Canadese krant meer dan 25 jaar geleden. “Vijf dansers die op honderd nieuwe en fascinerende manieren bewegen.” Het is 1995 en If We Could Only Even If We Could van het Nederlandse choreografenduo LeineRoebana is dé hit van het Festival International de Nouvelle Danse in Montréal. In de hal van het theater proberen dansers die de voorstelling hebben gezien de tegendraadse kronkels uit; het liefst schrijven ze zich linea recta in voor een complete workshop.
In 2003 verwerken Andrea Leine en Harijono Roebana een deel uit de, later ook in Nederland bejubelde choreografie in hun productie Sporen. Lia Witjes Poole – nu docent moderne dans bij de Nationale Balletacademie – is een van de dansers. Met Sporen maakt ze haar laatste tournee met LeineRoebana.

Anno 2021 – het ei en de aardappel
“Lia belde me een paar maanden geleden op”, zegt choreografe Andrea Leine. “Ze vertelde me dat haar studenten vanwege de coronamaatregelen grotendeels thuiszaten en zei dat het haar geweldig leek om het deel uit If we could only even if we could waarin zij zelf in Sporen gedanst heeft met hen in te studeren.”
Andrea gaat akkoord, maar wel op voorwaarde dat ze, later in het repetitieproces, de studenten ook kan coachen. Bij de eerste repetitie die ze bijwoont, is het meteen raak: “Ik was echt getroffen door de intensiteit en enorme gretigheid waarmee de studenten ons bewegingsmateriaal hadden benaderd. Dat materiaal had in de tijd dat we If we could only even if we could maakten weliswaar nog een duidelijke relatie met de klassieke ballettechniek, maar, zoals we destijds met een metafoor omschreven: waar het klassieke ballet een mooi glad ei is, is ons bewegingsmateriaal een aardappel. Snijd je die aardappel in plakjes dan krijg je omtrekken in allerlei verschillende, onregelmatige vormen, maar dat betekent niet dat je, als je ons werk danst, maar wat kunt ‘wiggelen’ en experimenteren. Die onregelmatige vormen moeten met de grootste precies worden gevolgd en uitgevoerd. Bovendien waren Harijono en ik in die tijd volop bezig met ‘fysieke schizofrenie’, wat betekent dat de bewegingen niet vanuit één centrum, maar vanuit verschillende centra in het lichaam vertrekken.”

Oprechte interesse
Dat alles resulteerde in een heel grillige danstaal, vol onverwachte impulsen en accenten. Andrea: “De connectie met het klassieke ballet is er wel, maar toch is ons idioom totaal anders dan de studenten van de Nationale Balletacademie gewend zijn. Je moet allereerst ‘feeling’ hebben met de andersoortige lijnen in ons werk, maar daarnaast zag ik bij de studenten ook een oprechte interesse om vanuit hun eigen fysieke kennis dit avontuur aan te gaan. Het was dan ook geweldig om met hen te werken. Ik werd er heel enthousiast van.”
Bovendien waren de omstandigheden ook nog eens anders dan anders. “Door de coronamaatregelen moesten repetities vaak via Zoom plaatsvinden en als er wel live in de studio gewerkt kon worden, kon slechts een deel van de studenten daarbij aanwezig zijn. Anderen volgden de repetitie vanuit een andere studio of vanuit huis. Ik was echt onder de indruk van hoe de studenten omgaan met deze situatie en hoe ze er toch alles uit proberen te halen wat mogelijk is. Ook was het heel bijzonder om hun reflectierapporten over het werken aan If we could only even if we could te lezen, één jongen had er zelfs tekeningen bij gemaakt.”

Vertrouwen
Voor Dansers van Morgen maken Andrea en Harijono nu een aangepaste, ingekorte nieuwe versie van If we could only even if we could voor 21 AD-studenten. Extra bijzonder omdat Andrea zelf is opgeleid aan de Scapino Dansacademie, een van de voorlopers van de Nationale Balletacademie. En net als haar docente Toke Herben destijds deed, probeert ook Andrea de studenten vooral vertrouwen te geven en hen te stimuleren om na te denken over hoe je je voelt wanneer je danst. Andrea: “Het gaat niet alleen om de passen, Harijono en ik werken ook aan de ‘performatieve’ aspecten. Voor mij zou het ideaal zijn als ik de studenten straks allemaal als individu kan zien. Dat ze, hoewel ze een groepswerk dansen, ook hun eigen persoonlijkheid en wie ze zijn kunnen en durven te laten zien.”
Ondertussen geniet ze er enorm van om de inmiddels 26 jaar geleden gecreëerde choreografie nu door een nieuwe generatie dansers te zien worden uitgevoerd. “Je ontdekt altijd weer nieuwe dingen in je eigen werk. Een nieuw lichaam geeft een nieuwe kijk op het bewegingsmateriaal. En welke richting de studenten straks ook opgaan, het zijn in feite toch allemaal hedendaagse dansers; dansers die deze vroege choreografie van ons als het ware naar deze tijd trekken.”

 

Delen