Van 14 t/m 19 maart geeft Raymond, zowel bij de Nationale Balletacademie als bij de opleiding Moderne Theaterdans, een workshop waarin het creëren van meer lichaamsbewustzijn een van de speerpunten zal zijn.
Amy Raymond is geen onbekende voor de Nationale Balletacademie: ze werkte de afgelopen jaren al diverse malen met studenten aan de techniek en choreografieën van William Forsythe. Het is ook via Forsythe dat zij zo’n negen jaar terug in contact kwam met de Japanse budomeester Akira Hino. ‘Hino werkte met dansers van The Forsythe Company (opvolger van Ballett Frankfurt – red.) aan een efficiënter en natuurlijker gebruik van het lichaam.’
Samen hebben Raymond en Hino het afgelopen jaar onderzoek gedaan naar hoe Hino’s martial-arts-methode toe te passen is binnen het klassieke ballet. Raymond: ‘Bij martial arts denken veel mensen nog altijd aan competitieve vechtsporten, maar daar is hier totaal geen sprake van. Hino is inmiddels 35 jaar bezig met het ontwikkelen van zijn methode. Hij is nu 68 en het is ongelooflijk om te zien hoe vloeiend hij beweegt en hoe krachtig hij is. Geen jong iemand doet hem dat na.’
‘In de workshops zal ik vooral ingaan op het creëren van meer lichaamsbewustzijn. We zullen werken aan stretching, maar dan niet zoals doorgaans in ballet van benen, rug en uitdraai. Het gaat om het stretchen van de heel diepliggende spieren die verbonden zijn met je ruggenwervel. De studenten zullen delen van hun lichaam voelen die ze nog niet eerder gevoeld hebben.’
‘Verder wil ik hun focus proberen te vergroten. Door te focussen op bepaalde delen in het lichaam kun je als klassieke danser mooiere lijnen creëren en kun je die ‘innerlijke lijnen’ ook voelen. Ook gaan we werken aan het ontwikkelen van een ‘objectief oog’. Als danser – en sowieso als mens – heb je vaak een heel ander beeld van wat je doet dan hoe het er in werkelijkheid uitziet. Door objectief naar zichzelf te leren kijken, bijvoorbeeld met gebruik van foto’s of video, worden studenten daar bewuster van en stimuleer je hun eigen verantwoordelijkheid om waar nodig aanpassingen te maken.’
‘En mocht er dan nog tijd over zijn’, zegt Raymond lachend, ‘dan wil ik ook nog werken aan het onderlinge contact tussen dansers. Samen dansen is meer dan naar elkaar kijken om te zien of je op één lijn staat. Je moet oprecht sensitief zijn naar de ander toe; de ander en de ruimte die je van die ander scheidt werkelijk voelen.’