Column Anoek Nuyens - Kunst in Transitie

Gepubliceerd op

Een rake column van Anoek Nuyens over de kracht van verbeelding en de betekenis van een kunstenaar in tijden van transitie.

Ze maakte eerder dit seizoen al een rake column voor HALf6: dramaturg en theatermaker Anoek Nuyens.

Op 6 maart was er in Pakhuis de Zwijger een mede door de Theaterschool georganiseerd debat in het kader van de gemeenteverkiezingen over Kunst in Transitie waaraan ook Jan Zoet een bijdrage leverde.

Speciaal voor deze avond schreef Anoek een verhaal over de kracht van verbeelding en de betekenis van een kunstenaar in tijden van transitie.
We willen het jullie niet onthouden.


Download de column (PDF)

Column uitgesproken tijdens het programma De kunsten in transitie
Pakhuis de Zwijger, 6 maart 2014


Als je je iets kan verbeelden, dan bestaat het
Door Anoek Nuyens

Op een miezerige vrijdagochtend in januari loop ik met mijn i-Phone in mijn hand te zoeken naar een locatie die ik niet kan vinden. Nu blink ik niet uit in kaartlezen, maar deze is echt moeilijk want volgens mijn i-Phone bestaat de plek niet. Gelukkig zijn er behalve i-Phones ook nog mensen die de weg kunnen wijzen en bij het tweede mens die ik vraag is het raak. Daar, die deur, wijst iemand me. Ik loop richting de deur, doe hem open, ga een trap op en neem plaats in een wachtkamer. Na een paar minuten ben ik aan de beurt. Ik sta op, loop door een deur en beland in een doolhof van kleine en grote ruimtes, leeg en vol met allerlei soorten spullen, teksten en objecten. Het gebouw waarin ik ben beland is een soort museum, maar niet zomaar een museum. Het is een museum uit een andere tijd waarin ik als bezoeker terugkijk, vanuit het jaar 2060, op het ontstaan en de ondergang van de Europese Unie. Heel gedetailleerd doorloop ik de geschiedenis die begint in 1958 als de Europese Unie door zes landen als een vredesproject wordt opgezet.

Ik zie foto’s, lees beschrijvingen, en kom steeds dichter bij onze tijd. Er wordt beschreven hoe de Europese Gemeenschap van Kolen en Staal uitbreidt tot wat we nu als Europese Unie kennen. Er wordt stilgestaan bij de opkomst van het populisme en de steeds groter wordende groep Europeanen die zich niet meer kunnen vinden in het idee van een gezamenlijk Europa. 2014, 2015… tot 2018. Dan gaat het mis en spat de Europese Unie uiteen. Het is klaar, afgelopen. De euro gaat failliet, euro munten en briefjes zijn ingelijst, foto’s van het Europees parlement in Brussel hangen aan de muur als nostalgische portretten. De gevolgen na 2018 worden nauwkeurig beschreven, zoals een massale Europese zelfmoordgolf en voedselprijzen die omhoog schieten. Alles met grote precisie en verbeeldingskracht, op de rand van feit en fictie, zonder dat het ongeloofwaardig wordt.

Deze expositie getiteld Domo de Europa Historio en Ekzilo is gemaakt door de Vlaamse theatermaker Thomas Bellinck. In Brussel trok de tentoonstelling behalve gewone bezoekers ook enkele prominente Europarlementariërs. Een van hen was Guy Verhofstadt, leider van de Liberale Fractie en net uitgeroepen tot kandidaat voor het voorzitterschap van de Europese Commissie. Uit de verhalen van horen zeggen, kwam Verhofstadt met grote handgebaren het gebouw uit. Dit, hier, wat hij hier had gezien, probeerde hij al jaren te zeggen. Maar het lukte hem niet. ‘Dit’ zei hij, ‘is veel beter dan politici het kunnen uitleggen.’ Maar wat was ‘dit’ dan? Wat had dit kunstwerk over Europa laten zien wat hij, nota bene als ex-premier van België en doorgewinterde Europarlementariër niet kon zeggen?

Wat Bellinck in zijn voorstelling doet is eigenlijk simpel. Hij laat zien hoe Europa in transitie is. Dat doet hij door de ontstaansgeschiedenis van Europa te tonen. Hij begint in het verleden, belandt in het heden en eindigt in een niet ondenkbaar toekomstscenario. Hij laat ons zien wat er gebeurt als we niet voor Europa vechten, maar hij laat ons ook nadenken over de onmenselijkheid van het huidige Europese migratie beleid, om maar iets te noemen. Hij toont oude idealen, maar laat ook zien hoe die idealen zijn uitgegroeid tot realiteiten met vernietigende gevolgen zoals bijvoorbeeld ons Europese consumptie gedrag. Het is geen propaganda, het is niet voor of tegen: wat Bellinck vooral doet is tonen hoe Europa zich op dit moment op een keerpunt bevindt. Hij legt Europa neer bij de toeschouwers en stelt een cruciale vraag: Wat gaan we doen? Gaan we ervoor vechten of laten we het failliet gaan?

Europa is slechts een van de vele thema’s en onderwerpen die zich op dit moment op een denkbeeldig kantelmoment bevinden. Sinds de economische crisis in 2008 is ons geloof en vertrouwen in het huidige economische systeem op losse schroeven komen te staan. Zaken die ons eerder zekerheid en stabiliteit boden zoals een baan, een huis en geld op de bank blijken ineens instabiel te zijn en voor onzekerheid te zorgen. Die onzekerheid heeft verschillende uitwerkingen. Een gedeelte van de samenleving gaat op zoek naar nieuwe zekerheden en lijkt vooral een beweging naar binnen te maken: naar het bekende, naar dat wat veilig is en vertrouwd voelt. Een andere groep, grijpt de crisis en de denkbeeldige open plekken die ontstaan zijn door grootschalige bezuinigingen, juist aan om nieuwe initiatieven op te zetten. Veel van die initiatieven karakteriseren zich door kleinschaligheid, lokaliteit en duurzaamheid. Dat lijkt misschien nietszeggend, maar samen hebben die initiatieven wel degelijk invloed op de relatie tussen burger – bedrijf en burger – overheid.

Nieuwe initiatieven worden niet alleen maar vanuit praktische en noodzakelijke overweging geboren; er zit ook een idealistische kant aan en dat is het verlangen naar transparantie. Weten waar iets vandaan komt, het productieproces begrijpen en op die manier zorgen dat zoiets als een vastgoedbubbel die de economische crisis veroorzaakte, niet meer kan plaatsvinden. Zelf ben ik gecharmeerd door dit soort kleinschalige initiatieven, al is het alleen maar door de berichtjes die ik via Peerby ontvang. Beste Anoek, Je buurvrouw Elien, van drie straten verderop, zoekt een kettingzaag. Toch kan ik me geen samenleving voorstellen die door en door versnipperd is en uiteenvalt in kleinschalige netwerken. Er zijn grote verhalen, alomvattende thema’s, transities en omwentelingen waar we ons als gemeenschap gezamenlijk over moeten buigen. Volgensmij gaat onze toekomst over het vinden van de juiste verhouding tussen het grote en het kleine, tussen mens en systeem, tussen droom en werkelijkheid.

En daar komt de kunstenaar om de hoek kijken. In deze verschuivende tijden zijn kunstenaars de oliemannetjes die overal tussendoor lopen. Een tijd lang heb ik gedacht dat de kunstenaar het bindmiddel was tussen het grote en het kleine, tussen de naar binnen gekeerde en de naar buiten gekeerde beweging. Maar de laatste tijd begin ik steeds meer te denken dat de kunstenaar niet de verbinding legt, maar de verbeelding bouwt. Grote complexe toekomstscenario’s en transitie bewegingen kunnen door kunstenaars inzichtelijk gemaakt worden. De moderne theatermaker kan handvaten aanreiken aan de gemeenschap door werelden te verbeelden en zo een thema als Europa weer dichtbij de mens te brengen. Niet door middel van propagandistische leuzen, niet door zijn eigen mening te verkondingen, maar door het te laten bestaan, door het te verbeelden. Verbeelding is cruciaal. Als je je iets kan verbeelden, dan bestaat het.

Een ander groot verhaal waar we ons maar weinig bij voor kunnen stellen en waar dus hoognodig theater over gemaakt zou moeten worden, is privacy. Waarom, vragen journalisten zich af, halen zoveel mensen steeds hun schouders op over afluisterpraktijken, privacy schendingen en meer van dat soort zaken? Ik denk dat ik het antwoord weet: omdat er geen theater over wordt gemaakt. Stel je eens voor dat dit geen debat avond is maar een voorstelling. En ik had bij binnenkomst met een klein apparaatje jullie ov-chipkaart of bankpas gescand, zonder dat jullie het door gehad hadden. En ik zou hier met een aantal hackers op het podium zitten. Achter mij een groot scherm, met allemaal kleine vakjes erop, voor iedere toeschouwer een.
De voorstelling begint ogenschijnlijk rustig en weinig confronterend. Pas na een tijdje verschijnen er op het grote beeld allerlei vakjes met foto’s, namen en informatie over jullie, de toeschouwers. Je wordt live gehackt. We zouden jullie naam te weten komen, je banksaldo, of je gescheiden bent of niet, of je vaak ruzie hebt met je kinderen. En alles is zichtbaar voor de hele gemeenschap. En we zouden steeds verder gaan, net zolang totdat je een rilling over je rug voelt. Totdat het fysiek wordt. Totdat je er midden in zit en je het kan verbeelden wat dat is, privacy schending. Pas als daar theater over wordt gemaakt, pas als het fysiek wordt, als we erin terecht komen, als we het ons kunnen verbeelden, dan gaan we ons ermee verbinden. En door ons ermee te verbinden komt er een gesprek op gang tussen mensen en kunnen we het hebben over de vraag: waar stevenen we op af? Wat nemen we mee uit het verleden en wat laten we achter?

Om dit soort theater te maken heb je tijd nodig. Gedegen research, tijd om te mislukken, om ook dingen tegen te komen waar je niets aan hebt. En dat is er in de Nederlandse theatersector steeds minder. De ene productie is nog niet klaar of de volgende dient zich alweer aan. Mislukken is al helemaal geen optie meer. Alles moet meteen goed, en het liefst met een prijs. Het gaat om scoren, om winnaars. Het is niet toevallig dat Bellinck een Vlaming is. Hij werkte negen maanden fulltime aan de voorstelling. Misschien nog wel het meest vernietigende gevolg van het productietempo: je bent geneigd om binnen te blijven, in de repetitieruimte, waar je snel en effectief kan uittekenen wat er buiten gebeurt.

Terwijl dit soort theater juist vraagt om naar buiten te gaan, je in de stroming te begeven, zoekend, inventariserend. Dat kan niet vanachter een bureau, of vanuit een repetitieruimte. Daarvoor moet je naar buiten, door de deuren van dit gebouw. Verken de straat, de buurt, de stad, het land, steek de grens over, naar Europa, steek een oceaan over, verken de wereld en alles wat de wereld omringt. Engageer je met de ruimte die je omgeeft, bevraag, wees vooral niet bang om iets niet te weten. Bedenk dat we het allemaal niet weten. Twijfel. Misluk. Zoals de kunstenaar Samuel Beckett al zei: Ever tried. Ever failed. No matter. Try again. Fail again. Fail better. Infiltreer als een Trojaans Paard, teken op wat je ziet, kras het bij nader inzien weer door, en als je klaar bent, kom dan terug. Breng de wereld naar binnen door de deuren, door de gang, naar het theater, verbeeldt het. Dan kunnen we samen nadenken over waar we vandaan komen, hoe we hier terecht zijn gekomen en wat voor pad we zouden willen bewandelen.

 

 

Delen