'Pionieren zit me in het bloed'

Foto's van het afscheidsfeest van Henny Kamerman, in het Danstheater van de Theaterschool (fotografie: Jean van Lingen)

Gepubliceerd op

De energie die ze uitstraalt, is net zo indrukwekkend als haar CV. Jazzdanspionier Henny Kamerman, net 65 geworden, heeft afscheid genomen van de Theaterschool, waarvoor ze vanaf 1976 zo veel betekende. Wat ziet zij als hoogtepunten? En… wat gaat ze eigenlijk na haar pensioen doen met haar passie voor dans?


In 1989 zette jij de gloednieuwe opleiding Jazztheater- en showmusicaldans op. Wat was voor jou persoonlijk een van de hoogtepunten?

‘De voorstelling die wij samen met de Alvin Ailey School in 1994 op de planken zetten, was voor mij een heel bijzonder moment. Ik had in de drie jaar daarvoor als artistiek leider samen met een team enthousiaste docenten onze nieuwe opleiding van de grond af opgebouwd. Toen ik besloot de Alvin Ailey School uit te nodigen om een gezamenlijke voorstelling te maken, dachten veel mensen: Hoe durf je? Het was ook gewaagd… zo’n nieuwe opleiding, samen met een internationaal gerenommeerd instituut.’

Het werd een heel groot succes…

‘Ja! Het was ten eerste een fantastische ervaring voor de studenten. En er kwamen ook hele goede reacties uit het veld en van de pers. Onze nieuwe opleiding werd in één klap op de kaart gezet. Je zet een nieuwe opleiding op, je hebt geen voorbeeld, en ineens valt het op zijn plek. Dat was geweldig.’

Waren de beginjaren van de nieuwe opleiding moeilijk?

‘Wat heel positief was, was dat de ontwikkeling van de nieuwe opleiding samenviel met de ontwikkeling van de musical in Nederland. De eerste afstudeerders kwamen allemaal aan het werk. Er was grote behoefte aan onze studenten. In het begin kwam 75 procent van de cast van Nederlandse musicals van onze school!’

In 2002 werd je adviseur internationalisering dans van de Theaterschool. Je zette je in voor uitwisseling. Waar ben je trots op?
‘Dat ik de afgelopen jaren voor zo veel studenten heb kunnen bereiken dat ze in het buitenland konden studeren. Het is zo prachtig om te zien hoe zij terugkomen, hoe ze sterker staan. Ik weet uit eigen ervaring hoe ontzettend belangrijk het is voor je verdere danscarrière. Zelf ben ik heel dankbaar voor de kans die ik in 1972 kreeg van de Alvin Ailey School om daar gratis te studeren, en de beurs die ik vanuit Nederland kreeg voor levensonderhoud. Ik wilde die dankbaarheid omzetten in kansen voor de nieuwe generatie.’

Wat was de grootste uitdaging?

‘Voor mij was het een grote uitdaging om gratis uitwisselingen tot stand te brengen - ik vond het prachtig om onze school te promoten bij andere scholen in het buitenland. Daardoor zijn veel mooie uitwisselingsprogramma’s tot stand gekomen, met internationale opleidingen als Purchase College, Tisch University en Alvin Ailey School.’

Je zette ook het vernieuwende RendezVous-programma op: je haalde buitenlandse choreografen en dansers de school binnen, als ze in Nederland waren voor voorstellingen. Maar liefst 65 bijeenkomsten coördineerde je. Welke is jou in het bijzonder bijgebleven?
‘Een van de mooiste vond ik de Masters of Jazz-week in 2005 met Junior Almeida uit Frankrijk, Donald Mc Kayle uit de VS en Rick Odums uit Frankrijk. Geweldig om die mensen een week lang in de school te hebben. Er waren jazz-, compositie- en repertoirelessen voor studenten van alle dansopleidingen. En we sloten af met een eindproduct: voorstellingen in het Danstheater. Wat een sfeer, wat een boost voor de studenten en de school!’

Waar verheug je je op nu je met pensioen gaat?
‘Wat mij heerlijk lijkt, is dat ik meer tijd heb om te reizen, en daarbij eindelijk niet meer aan schoolvakanties gebonden ben.’

En wat ga je missen?

‘Ik vind lesgeven echt heel erg leuk. Maar dat hoef ik gelukkig voorlopig niet te missen. Op de Theaterschool geef in ieder geval tot de zomervakantie les. Daarnaast blijf ik – zolang ik energie heb en gezond ben - zeker lesgeven aan docenten in Nederland die eigen dansscholen hebben.’

Je vertrekt zo meteen weer naar New York, de stad waar je jazzdanscarrière ooit startte. Wat ga je daar doen?

‘Ik zet mijn passie voor dans en lesgeven voort. Ik ga een korte opleiding volgen voor dansen met Parkinsonpatiënten. In Nederland wordt op dit moment alleen therapeutisch bewogen met Parkinsonpatiënten. Dit is nieuw: het gaat puur om het dansen en de vreugde die je daaraan kunt beleven.’

Dus binnenkort zien we jou pionieren met Parkinsondansen in Nederland?

(lacht) ‘Nee! Ik mag van mezelf eerst eens gaan proeven. Ik hoef niets… er is meer vrijheid en lucht. Maar wie weet. Pionieren zit me in het bloed.’

Delen